Hoewel de uitgave van Weerklank met buitengewoon veel zorg is gebeurd, zijn er helaas toch zaken aan onze minutieuze aandacht ontsnapt. Hoewel het het onvermijdelijke lot van elke eerste druk schijnt te zijn, dat bepaalde zaken pas gezien worden als ze gedrukt staan en breed gedeeld worden, bieden wij toch onze welgemeende excuses aan. We danken iedereen hartelijk die de moeite nam om ons correcties of aanvullingen toe te zenden.

In de tweede druk zijn veel kleine details doorgevoerd. Dit deden we met name in de credits: de gegevens over de auteurs en componisten zijn bij diverse liederen herzien en/of aangevuld. We danken hiervoor met name ds. J. Van Amstel, dr. André F. Troost en dr. Jan Smelik, die ons belangeloos voorzagen van veel nieuwe achtergrondinformatie. We spraken van ‘details’ omdat deze wijzigingen natuurlijk geen invloed hebben op het zingen van de liederen.

Bij de volgende liederen bleek er echter een grotere fout te zijn gemaakt. Deze gebreken kunnen het zingen ernstig hinderen. In de tweede en derde druk zijn ze verbeterd, maar ten behoeve van de mensen die de eerste en tweede druk aanschaften, geven we deze per lied aan (in de volgorde van de bundel).

Psalm 55a

In vers 8, regel 4, ontbreekt het woordje ‘u’.

Deze regel moet luiden: Hij zal u steunen telkens weer.

Psalm 104

Al eeuwenlang zijn er twee varianten op de ritmiek van de voorlaatste regel. De Oude Berijming volgt Genève 1542, het Liedboek volgt Lyon 1547. Bij de zetting van Weerklank zijn ze helaas verward: de muzieknotatie van vers 1 volgt Genève, de tekstnotatie van vers 2-10 volgt Lyon. (Verkeerde correcties in druk 4-6 maakten de verwarring nog groter.) Vanaf druk 7 zal alles goed genoteerd staan en volgen we geheel Lyon. Kortom: de 7e regel begint met één open noot en eindigt met twee open noten (zgn. ‘halve noten’) en kent vervolgens uitsluitend dichte noten (‘kwartnoten’).

Lied 31, coupletnummering

In dit lied zijn twee coupletten genummerd als couplet 3.

De verzen 3, 4 en 5 moeten worden omgenummerd tot respectievelijk: 4, 5 en 6

 

Lied 88, couplet 2, regel 1

Hier zit een fout in de tekst, waardoor een lettergreep ontbreekt ten opzichte van de melodie.

De eerste regel luidt niet: Zonen Gods: zo mogen wij nu heten;  maar:  

Zonen van God: zo mogen wij nu heten;

 

Lied 136, de versverdeling

Couplet 1 telt acht regels, terwijl de overige coupletten er vier hebben.

Dit lied kreeg als ‘nieuwe’ melodie: de melodie van de Engelse hymn ‘O little town of Bethlehem’.

In deze melodie passen twee coupletten van het origineel.

Concreet betekent dit dat couplet 2 mag vervallen (dit couplet is immers identiek aan 1b).

Couplet 3 en 4 vormen samen couplet 2.

Couplet 5 en 6 vormen samen couplet 3.

 

Lied 203, de muziekgravure

Het notenbeeld van deze bekende melodie is door onbekende oorzaak wat ‘verschoven’ in de notenbalken. Hierdoor lijkt de melodielijn onduidelijk.

Uiteraard blijven we de klassieke melodie hanteren. Zie hiervoor de Begeleidingsbundel, of bijvoorbeeld NHB 80.

 

Lied 204, twee extra coupletten

Hier is bij de overname van de tekst een verzuim opgetreden, waardoor de laatste twee coupletten niet zijn meegenomen vanuit Uit Aller Mond. In de tweede druk is dit hersteld met de opname van couplet 8 en 9. Deze luiden:

8  Geest van de Vader en de Zoon,

terneergedaald van Christus’ troon, 

die met de Heiland voor ons pleit,

breng al Gods volk tot heerlijkheid.

 

9  U, Vader, U zij eeuwig eer!

Lof zij U, Christus, onze Heer!

U, Geest, van beiden uitgegaan,

geprezen zij uw grote naam!

 

Lied 234, couplet 1, regel 6

Bij de opmaak van dit lied is regel 6, precies op de scheiding van pagina 678 en 679, tussen wal en schip geraakt. Hier ontbreekt dus een hele regel! Couplet 1 moet luiden:

Een vaste burcht is onze God,

en wal die zich kan weren.

Hij helpt en redt uit alle nood

waarin wij nu verkeren.

De aartsvijand begaat

zijn gruwelijke kwaad,

zijn wapentuig en kracht

is list en overmacht:

nergens is zijns gelijke.

 

Lied 298, muzieknotatie

De regel maar verlos ons van het kwaad staat in zijn geheel een grote secunde te hoog genoteerd.

In de Begeleidingsbundel is het wel goed genoteerd. Men leze hier dus de noten: g-a a g f e g.

 

Correcties reeds aangebracht in digitale versie op www.liedbundelweerklank.nu

Psalm 116 tekst couplet 1 regel 3

Hij neigt mijn oor moet zijn Hij neigt Zijn oor

Van Lied 577 (Zeg eens herder, waar kom jij vandaan) blijken in de praktijk verschillende versies in omloop.
Aan de in Weerklank gepubliceerde versie zal in de vierde druk een couplet ingevoegd worden tussen couplet 3 en 4.
Daarmee krijgt het lied 6 coupletten.

 

Geef een antwoord